In de stal woont een dwergmuisje dat ik gered heb van mijn kat. Het Oosterse gezegde indachtig dat je verantwoordelijk bent voor een leven dat je gered hebt, breng ik hem elke dag iets te eten, want nou woont hij in een koude stal terwijl hij eerst behaaglijk binnen in de warmte van het huis zat. Poes, die verantwoordelijk is voor mijn verantwoordelijkheid, probeert steeds mee de stal in te glippen want ze heeft een geheugen als een olifant, hoewel ze me vergeven heeft dat ik dat speeltje heb afgepakt. Waarschijnlijk had ze me het sowieso gegeven zodra het niet meer leuk meespeelde.
Elke dag is het eten schoon op en elke keer als ik eten breng luid ik de etensbel door even tegen het schoteltje te tikken, in de hoop het muisje zo te conditioneren dat hij zich uiteindelijk aan me laat zien. En warempel, hij steekt zo nu en dan zijn snuit uit de kier waarvoor ik het eten neerzet, al trekt hij die schielijk terug als ik eraan kom. Ik kan nog net zien dat hij flink is aangekomen.
Vandaag stond hij zomaar geheel buiten zijn holletje te wachten. Helaas was dat nét de keer dat Poes ongemerkt meegeslopen was. Muis schoot in paniek de verkeerde kant uit, traag vanwege zijn omvang, Poes dook op Muis en ik dook op Poes. De eerste zonder succes, de tweede met.
Weer Muis’ leven gered. Ben ik nu ook voor zijn volgende leven verantwoordelijk?