Sinds ik schrijf – aan mijn boek, aan korte verhalen, aan artikelen voor Singularity – merk ik dat ik alles wat ik tegenkom, wat het ook is, automatisch (ook) vanuit schrijversstandpunt beschouw: hoe kan ik dit gebruiken, wat kan ik ervan leren. Kennelijk is mijn aandacht op schrijven geprogrammeerd geraakt, als jonge gansjes op Konrad Lorenz. Dat kan goeie ideeën en inzichten opleveren.
In dit artikel vertel ik je over de opbrengst van twee van deze mijmeringen.
Wisselende persoonlijkheden
Laatst zat ik op mijn hometrainer naar David Bowies muziek te luisteren. Na Blackstar en Lazarus kwam het veel vroegere nummer Starman voorbij,en het verschil in stem was opvallend. In Blackstar en Lazarus is hij, op 69-jarige leeftijd, zo niet oud dan toch zeker een oudere jongere/jongere oudere. In de tijd van Starman was hij 25. Die twee verschillende stemmen leken wel van twee verschillende persoonlijkheden te zijn. Wat overigens niet zo vreemd is, bij iemand die constant met zijn identiteit speelde en experimenteerde.
En zo ging ik mijmeren over fysieke kenmerken en in hoeverre die je persoonlijkheid definiëren. Of in ieder geval bepalen hoe anderen die persoonlijkheid zien. En ik ging nog meer mijmeren, over levensvragen zoals de vraag of je dezelfde persoon blijft als je ouder wordt of ingrijpende dingen meemaakt, en wat een ‘persoon’ dan precies is. Bestaat het ‘ik’, zijn wij ons brein en zo. Enfin, je kent het vast wel.
Maar ik mijmerde ook over hoe ik die gedachtenkaravaan die David Bowie had opgeroepen, voor schrijven kon gebruiken. Hoe het uiterlijk, een stem, verschillend gekleurde ogen, een boers voorkomen of juist een etherische, feeërieke verschijning, een personage kan neerzetten.
Het is natuurlijk niet eerlijk om mensen te beoordelen naar uiterlijkheden waar ze zelf niets aan kunnen doen. (Hoewel… als je vaak chagrijnig bent zet die gezichtsuitdrukking zich vast en zie je er ongezellig uit, ook als je blij bent. Daar kun je best wel wat aan doen.) Maar in je boek mag je zo politiek incorrect zijn als je wil. Dus ja: gebruik uiterlijkheden om je personages karakter en identiteit te geven.
Perfide personages
Ik ben naar The Hateful Eight geweest. Een echte Tarantino-film. Bij Tarantino zijn er geen traditionele Good Guys en Bad Guys; zijn films zijn bevolkt met immorele en amorele egoïsten. Er zaten een paar brave, lieve mensen in de film. Eventjes. Een hartverwarmende zwarte vrouw, type kom-maar-bij mama, haar brave echtgenoot, een lieve keukenhulp, een blonde, guitige spring-in-t-veld die je meteen in je hart sloot. Allemaal werden ze nietsontziend neergemaaid door Tarantino’s hoofdpersonen. Wie niet meteen dood was, werd ondanks smeekbeden alsnog afgemaakt. Het filmisch equivalent van kanonnenvoer. Geen zinloos maar functioneel geweld, niet uit sadisme maar omdat het nodig was in hun plan. Misschien niet eens immoreel maar zeker amoreel.
Toch is The Hateful Eight niet abject maar bloedspannend. Drie uur lang zat ik aan mijn stoel genageld te kijken, meegesleept door het verhaal, ook al was er geen enkel personage bij waarmee ik me identificeerde of wiens lot me aan het hart ging.
En toen de lichten in de zaal uiteindelijk weer aangingen, noteerde ik mijn Lessons Learned.
Want wat voor film geldt, kan ook voor boeken gelden. Beide vertellen een verhaal. Om die boeiend en spannend en meeslepend en opwindend te maken, moet je niet netjes binnen de lijntjes kleuren. Moeten er bij je personages niet alleen lieverds zitten – of zelfs helemaal niet, zie boven – maar ook gore rotzakken. Nietsontziende schoften, meedogenloze hyenahonden, vileine intriganten, dat zijn figuren waarmee je je lezer bij de strot grijpt.
Nou ben je zelf natuurlijk geen verdorven schoft (toch?), dus hoe regisseer je die beroerlingen?
Word amoreel
Door ze te worden. Gooi alle moraal eruit, exit alle normen en waarden, alle vanzelfsprekendheden over hoe mensen met elkaar horen om te gaan. Hou het doel van je personage in de gaten en bedenk de effectiefste manier om dat doel te bereiken. Dwars door alles heen.
Voorbeeld?
Stel, iemand moet afvallen en daar gaat jouw perfide personage voor zorgen. In de nettemensenwereld stippel je dan een programma uit en begeleid je hem, je spreekt hem moed in, je gaat mee naar de sportschool, je bent er als hij het moeilijk heeft, kortom: je bent een behulpzame, inspirerende vriend(in). Maar uiteindelijk moet het afvallen toch vanuit hemzelf komen. Vinden we, toch?
Zo niet je personage.
Die ontvoert de potentiële afvaller, houdt hem drie maanden gegijzeld op water en brood (of worteltjes) en jaagt hem met de zweep over de loopband. Niet lief, nee. Maar gegarandeerd dat het slachtoffer na die drie maanden is afgevallen. Mission accomplished.
Ander scenario: iemand wil stoppen met roken maar dat lukt maar niet. Hij gaat naar een bureau dat garandeert dat ze je van het roken afhelpen. Zodra het contract getekend is ontvangt het slachtoffer een mail met een URL. Die URL blijkt van een webcam, die uitzicht biedt op een cel met daarin diens lief, diens kind of diens huisdier. Het wordt aan de verbeelding overgelaten wat er gebeurt als hij nog één sigaret/sigaar/sjekkie/pijp opsteekt.
Maar verslaafd is verslaafd, dus rolt de stopper in spe toch een sjekkie. Zodra hij daar de vlam injaagt gaat de webcam op zwart, maar blijft het geluid aan staan. En die laat horen wat zijn lief, kind of huisdier moet bezuren dankzij zijn ongehoorzaamheid.
Veel plezier met het ontdekken van de duistere kantjes van jezelf!
Meer over personages vind je hier.