In dit artikel ga ik het hebben over angst. Angst, vrees, bangigheid, fobie, paniek, schijterig zijn, de bibberaties hebben, in de penarie zitten, of in je piepzak.
In de context van schrijven komt angst in drie smaken. Angst van je personages. Angst van je lezers. En angst voor schrijven. Drie onderwerpen rondom hetzelfde thema, maar wel verschillend.
Angst van je personages
Heel veel verhalen draaien om angst en hoe met name de hoofdrolspeler ermee omgaat. Als mensen bang zijn kunnen ze verschrikkelijke dingen doen. Angst is een enorm krachtige drijfveer en dat geeft jou als schrijver heel veel mogelijkheden.
Je personage kan bang zijn voor zijn eigen hachje maar ook voor dat van een ander. En kan daar op uiteenlopende manieren op reageren. Zo zal een vrouw die in het holst van de nacht geluiden hoort die lijken te wijzen op inbrekers (of monsters uit een andere dimensie 😮 ) zich misschien bevend in een hoekje verschuilen, maar als ze denkt dat haar kinderen bedreigd worden zal ze vechten als een leeuwin. (Beter gemetafoord: als een wasbeermoeder – die zijn reusachtig fel als ze hun kroost verdedigen).
Of andersom: twee vrienden raken na een feestje in een ongure buurt verzeild en betrappen daar per ongeluk een stel maffiosi die net lekker bezig waren een ongelukkige winkelier met betaalachterstand het leven zuur te maken. Dan kunnen ze samen de held gaan spelen – met waarschijnlijk noodlottig gevolg – maar de vriend met het snelste reactievermogen kan er ook als een speer vandoor gaan, en zo zijn tragere buddy als prooi achterlaten en zelf ontsnappen. Misschien geeft de lafaard zijn slome vriend nog een zet richting schurken ook.
Eigen lijf eerst.
Diversiteit
Angsten bestrijken een breed spectrum: je kunt bang zijn voor fysieke schade (in elkaar geslagen worden), voor geestelijke schade (gek worden), voor sociale schade – bijvoorbeeld voor ‘ontmaskering’: gezien worden als de inferieure persoon die je denkt te zijn, voor gezichtsverlies, en voor nog veel meer.
Ik noemde net verlies. Het idee dat je iets kunt verliezen is een grote aanjager van angst: materieel verlies (je wordt je huis/je baan/je land uitgezet), imagoverlies (je wordt ontmaskerd als pathetisch leugenaar die zijn fraaie leven/zijn baanbrekende onderzoek/zijn doctorstitel bij elkaar verzonnen heeft), verlies van geliefden en dierbaren. Of van je verstand.
En wat dacht je van bang zijn dat je geheim wordt ontdekt? Je Tinderliefje, je verduistering, het feit dat je man niet de vader van je kind is, een ziekte waarvoor je je schaamt – aids, depressie, dwangneuroses… Al die geheime lijken in de kast. Of begraven achter de rododendrons.
Angst roept twee verschillende soorten reacties op: vechten of vluchten. Dat kun jij als schrijver uitstekend gebruiken om je personage te manipuleren. Wat doet je (anti)held die weet dat zijn oplichting ontdekt is? Waarschuwt hij zijn partner in crime – vlucht, alles is ontdekt! – en verdwijnt hij naar een buitenland zonder uitleveringsverdrag? Pakt je heldin de honkbalknuppel die ze in haar slaapkamer heeft liggen voor inbrekers, en gaat ze daarmee the monster from outer space te lijf?
Verbrandt het meisje de uitslag van het DNA-onderzoek zonder te lezen of ze wel of niet de dochter van haar vader is?
Durft de jongen zijn vader, tegen wie hij opkijkt, te confronteren met zijn vermoedens dat zijn held banden met de onderwereld heeft?
En wat voor gevolgen hebben die beslissingen dan?
Angst van je lezers
Elk boek moet minstens minimale spanning hebben. Afhankelijk van het genre en het verhaal kan die spanning zo hoog oplopen dat je lezer er bang door wordt. Al dan niet plaatsvervangend. Zeker als je een thriller met een gruwelijke ontknoping of een griezelverhaal schrijft, moeten je scènes angst in je lezer oproepen, al is het maar een beetje.
Stephen King, een meester in angst, heeft eens gezegd dat hij zijn publiek bang wilde maken maar als dat niet lukte dat hij ze dan zou laten gruwen. En als hij ze niet kon laten gruwen dan zou hij met iets walgelijks komen aanzetten.*
Uit deze uitspraak zou je kunnen afleiden wat Stephen King zelf zijn beste boeken vindt.
Hij vond de makers van zogenaamde splatter movies dan ook meestal lui.
Angst voor schrijven
Schrijfangst komt veel voor. Dat lege scherm, die virtuele lege pagina, ze kunnen als een ravijn zijn, het zuigt aan je, het verlamt je, al je ideeën verdwijnen in die leegte, paniek rijst op, en dan ga je toch maar eerst een ander klusje doen of koffie halen of op internet rondzwerven: uitstelgedrag.
Waar komt die schrijfangst vandaan?
Dat is heel divers. Ik noem een paar mogelijke oorzaken.
Innerlijke censor
Schrijven over ongemakkelijke zaken is, het woord zegt het al, ongemakkelijk. Als je verhaal eist dat je schurende scènes schrijft, bijvoorbeeld over familiezaken of pijnlijke situaties waar mensen zich in zouden kunnen herkennen, kan die innerlijke censor je de mond pen snoeren.
Hetzelfde geldt voor scènes die je als gênant ervaart, maar die wel noodzakelijk voor je verhaal zijn: scènes met lichaamsfuncties als plassen en poepen, maar ook rare aandoeningen en ziektes. Met schaamtevolle gevoelens. Scènes met seks.
Perfectionisme
Waar bij scènes die je gênant vindt je innerlijke censor zich hinderlijk met je schrijflust bemoeit, heb je als perfectionist last van een innerlijke corrector. In diens ogen is wat je schrijft nooit goed genoeg. En dat verlamt.
Onthulling
In overdrachtelijke zin ontbloot je jezelf in je schrijfwerk, je laat jezelf zien, en dat kan je je kwetsbaar laten voelen.
Hoe biedt je die schrijfangst het hoofd?
Stel je voor dat je iets wil gaan schrijven, maar je voelt tegenzin. Vraag je dan af: is dat omdat het intrinsiek niet klopt of niet goed is? Of ben je bang? Analyseer dat gevoel.
Wat zegt je analyse: is het niet goed? Neem er dan resoluut afscheid van – kill your darlings – en schrijf iets anders.
Zegt je analyse dat je bang bent? Realiseer je dan ten eerste dat veel schrijvers dat gevoel kennen. Het is niet erg dat je bang bent. Wat uitmaakt is hoe je ermee omgaat (dat geldt overigens voor alle angsten in je leven). De enige manier om dat verlammende angstmonster te verslaan is hem recht in de ogen te kijken en tegemoet te treden. Lees daarvoor de artikelen in Onder curatele, onder de kop Twijfel en uitstelgedrag. En bedenk: schrijven is vooral hard werken en ploeteren, met slechts zo nu en dan die vrolijke, alles-gaat-vanzelf-creatieve flow.
Das Gegenteil von Freiheit ist Angst. Angst ist das Gegenteil von Freiheit. Dat is een uitspraak die ik op Twitter tegenkwam en het is heel waar.
Bevrijd jezelf dus van die schrijfangst.
Terzijde: uit angst kun je een onverwacht voordeel halen (omdenken!) door die angst te gebruiken. Wat voel je precies als je bang bent? Hoe werkt het op je in? Hoe uit het zich in je gedrag, niet zozeer ten opzichte van schrijven maar in alledaagse dingen: friemel je onrustig aan dingetjes, kun je niet stilzitten of heb je juist de neiging om je in een hoekje op te krullen?
Al die observaties kun je gebruiken in je schrijfwerk, bij je angstige personages.
Het verlammende angstmonster met zijn eigen wapenen verslaan – ha! Als dat geen fraaie overwinning is…
Kortom:
Angst van je personages en van je lezer: prima. Maar angst voor het schrijven, die versla je.
Dus:
* Die uitspraak doet Stephen King in de inleiding van De storm van de eeuw, het script voor de gelijknamige televisieserie in 1999, dat in boekvorm is uitgegeven.
Meer lezen over emoties kan hier.