Een van de hotste items over schrijven is:
Hoe Schrijf Ik Boeiend.
Hoe pak ik mijn lezer bij de kladden, hoe hou ik zijn aandacht gevangen, hoe zorg ik ervoor dat hij, eenmaal in mijn schrijversknuistjes, daar niet meer uitkomt totdat hij het woord EINDE heeft gelezen.
Daar zijn diverse aspecten voor aan te wijzen waar ik al een paar artikelen over geschreven heb, zoals over emotie, conflict, het roemruchte show, don’t tell en andere kwaliteitsverhogers. Maar wat je daarnaast natuurlijk ook kunt doen, is de kunst afkijken van schrijvers bij wiens boeken jij zelf die niet-weg-kunnen-leggen-ervaring hebt.
Schrijversanalyse
Dat is precies wat ik gedaan heb. Ik heb boeken waarvan ik genoten heb opnieuw gelezen, maar nu met een analytische blik: waarom werkt dit boek? In dit artikel lees je een aantal van mijn bevindingen. (‘Een aantal’, want er zijn heul veul boeken waarvan ik genoten heb – so many books to read.)
En we beginnen met:
Ruth Rendell
Begin mei 2015 las ik het bericht dat Ruth Rendell was overleden. Niet in de wieg gesmoord, zoals dat heet – ze was 85 – maar toch: wat jammer, dacht ik zelfzuchtig. Ik heb haar veel en graag gelezen. Vroeger. Waarom ben ik daarmee gestopt, vroeg ik me af. Tja, so many books – enfin, zie boven.
En soms ontgroei je een schrijver, zoals ik had met de onlangs ook overleden Tanith Lee (helaas wel in de wieg gesmoord – ze was pas 67).
Maar Ruth Rendell was en is en blijft een topper. Het bericht van haar dood zorgde ervoor dat ik haar herontdekte, deze Queen of Crime*, van wie taalgebruik en diep uitgewerkte personages legendarisch werden. Vóór Ruth Rendell draaiden thrillers en detectives voornamelijk om de plot en whodunit, en bleven de personages vlak. Ruth heeft de psychologische thriller gebaard en suspense geherdefinieerd.
Onder het pseudoniem Barbara Vine schreef ze, naar eigen zeggen, haar zwartste en beste werk. Daarin dringt ze in de hoofden van psychopaten en andere monsters, wat ze extra duister en beklemmend maakt. En fantastisch. Het maakt van haar boeken pageturners, het zorgt ervoor dat, zoals Ruth het zelf verwoordde, je de behoefte voelt de pagina’s om te slaan. Nagelbijtend.
Wat leren we van haar?
Je kunt prima meteen verklappen wie het gedaan heeft
A Judgment in Stone (Het Stenen Oordeel) begint met de zin:
Verrukkelijk, toch? Na zo’n zin wil je direct weten hoe dat dan zo gekomen is.
En dan vertelt Ruth aan het einde van dit korte eerste hoofdstuk ook nog eens hoe het met Eunice is afgelopen:
Lesson learned #1:
Spanning hangt niet af van whodunit maar van een intrigerend begin: een begin dat onmiddellijk het verlangen in je ontsteekt naar het verhaal.
Een mix van personageperspectief en de Alwetende Verteller
Perspectief is belangrijk: wie vertelt het verhaal? Schrijflessen zijn daar vaak heel strikt in: nooit perspectieven mixen! Als je het perspectief van de 3e persoon gebruikt, dus als je vanuit een personage schrijft, kun je best van personage A in de volgende scène overstappen naar personage B, zolang je A maar geen dingen laat zeggen die alleen B weet en andersom. Maar je mag nooit, nee nóóit, je perspectieven mixen!
Maar wat doet Ruth: zij schrijft (meestal) vanuit het personageperspectief, maar mixt daar Alwetende-Vertellerachtige zaken doorheen: ze vertelt ook dingen over het personage. En soms schakelt ze zelfs geheel over naar de Alwetende Verteller.
Een voorbeeld uit A Judgment in Stone, in een gedeelte dat ze vanuit het personage Jacqueline vertelt:
In A Fatal Inversion (Ongewenst Weerzien), geschreven onder het pseudoniem Barbara Vine, schrijft Ruth onder andere vanuit het personage Rufus. En dan lees je bijvoorbeeld in deze passage:
Het gearceerde deel is meer Alwetende Verteller dan derdepersoonperspectief.
En het werkt wonderwel!
Overigens grappig: die Alwetende Verteller is niet altijd alwetend. Uit A Judgment in Stone:
Lesson learned #2:
Vergeet de regels. Als iets werkt: gebruik het.
Omineuze vooruitblikken en tipjes van sluiers
Iets wat ogenschijnlijk onschuldig begint, kan de opmaat zijn naar iets gruwelijks. Niets grijpt je lezer zo heerlijk aan als weten dat hem iets sinisters te wachten staat zonder te weten wat. Dat levert prachtige cliffhangers op.
En als de personages dan ook nog in blissful ignorance verkeren, is het helemaal opwindend. Zoals in deze passage van A Fatal Inversion:
Daarbij komt dat je lezer wel wát informatie moet hebben. Niet te veel, natuurlijk, maar net genoeg: het mysterie wordt draadje voor draadje onthuld. Zoals hier in A Fatal Inversion, met het geven van namen. Zo weet je lezer om welke personages het gaat en kent hij al een beetje hun rol als het verhaal vanuit hun perspectief wordt verteld:
Knap he?
Lesson learned #3:
Zorg dat je lezer weet dat bloedstollende dingen aanstaande zijn. Maar vertel niet wat. Geef informatie; niet te veel maar precies genoeg.
Het heet niet voor niets psychologische thriller
Ruth Rendell maakt haar personages menselijk. Er zijn weinig 100% slechteriken, maar elk personage heeft wel zo zijn karaktervlekjes en -zwakheden. En zijn eigenaardigheden.
Zo heeft Rufus in A Fatal Inversion doorlopend een grondtoon van agressie en voelt de van oorsprong Indiase Shiva zich ondanks zijn succesvolle artsenopeiding altijd de mindere van blanke Engelsen.
In A Judgment in Stone wil Jacqueline zelfs zichzelf niet bekennen dat ze andere vrouwen alleen aardig vindt als ze minder mooi zijn dan zijzelf. Haar echtgenoot, George, is sympathiek en gul, dol op zijn vrouw en dochter, en een begripvolle stiefvader. Maar hij is ook een snob, terwijl hij zichzelf als het tegendeel daarvan ziet. Melinda is de haast too good to be true-dochter, knap, vrolijk en optimistisch. Maar ziet, in verkapte neerbuigendheid en discriminatie, alle minderheden en lagere klassen als onderdrukt, en vindt het nodig voor ze op te komen, want dat kunnen ze natuurlijk niet zelf. Haar stiefbroer Giles is een Goth avant-la-lettre, en onbedoeld grappig:
Eunice, de hoofdpersoon, die op alles wat ze niet direct begrijpt – en dat is veel – antwoordt: “I don’t know”, is een bijzonder gecompliceerd personage. Veel wat wij als een straf zouden beschouwen, is voor haar a wish coming true. En waar wij onze schouders voor zouden ophalen, is voor haar de ergste straf denkbaar. Ruth Rendell heeft heel knap beschreven hoe Eunice is geworden wat ze is.
Vanuit zo’n persoonlijkheid is de plot en de ontknoping ervan logisch en zelfs onontkoombaar.
Lesson learned #4:
Maak van je personages echte mensen.
En nu?
En nu verder, natuurlijk! Het geleerde toepassen in mijn eigen schrijfwerk en verder gaan met de analyse. Ik verheug me op de stapel RR/BV-boeken die nog op me wacht.
Maar ik zal me niet beperken tot deze Queen of Crime; al die andere goede, leuke schrijvers hebben ook een heleboel te bieden. Ik kan haast niet wachten om ze allemaal uit te pluizen.
Binnenkort in dit theater! 🙂
PS: Meer lezen over ‘afkijken’? Dat kan hier. En hier kun je meer lezen over regels aan je laars lappen.
* Ruth Rendell vond die bijnaam zelf maar niks. Sorry, Ruth.