In dit artikel wil ik het hebben over het begin van je boek. Ik zeg hier expres niet: het begin van je verhaal. Je verhaal en je boek zijn namelijk geen equivalenten: je boek is de vorm waarin je verhaal zijn weerslag vindt in tekst. Je verhaal heeft een begin, midden en einde. Het bestaat in je hoofd in chronologische volgorde. Je boek daarentegen kun je laten beginnen op elke andere plek dan aan het begin van je verhaal. Het mag wel beginnen met het begin van je verhaal maar dat hoeft niet. Net zoals je je verhaal niet chronologisch hoeft te vertellen; je kunt flashbacks gebruiken en je kunt vooruit en weer terug springen. En je beginscène is misschien wel de allerbelangrijkste tekst in je boek.
Hou je lezer vast
In deze tijd van Onmiddellijke Bevrediging zijn mensen heel snel weg als ze niet direct gegrepen worden. Er zijn immers zo veel andere boeken die om hun aandacht vragen. En andere boeken zijn niet je enige concurrenten: YouTube-filmpjes, social media, blogs, TV-series en old school kranten en tijdschriften zijn maar een paar voorbeelden van aandachttrekkers die schreeuwen: Lees mij! Kijk naar mij! Interact met mij! Geef mij aandacht! De Stephen Kings en Dan Browns van deze wereld, schrijvers op wiens volgende boek miljoenen lezers hunkerend zitten te wachten, kunnen het zich veroorloven hun boek langzaam kabbelend op te bouwen. Maar zo lang je nog geen beroemde schrijver bent en je om aandacht moet wedijveren met tig andere interessante zaken, kun je beter zorgen voor een pakkend begin. De belangrijkste taak van de beginscène van je boek is dus je lezer boeien en vasthouden. Een saaie start of een start waar je lezer geen touw aan kan vastknopen, laat hem je boek wegleggen om iets spannenders te doen. Een goed begin is dus, behalve het halve werk, ook een middel om te zorgen dat je lezer nieuwsgierig wordt en wil weten hoe het verhaal verder gaat.
Do’s
Dus waar moet een pakkend begin aan voldoen?
We want more! – maak je lezer begerig
Maak je lezer begerig naar meer. Maak hem nieuwsgierig: Wat, Wie, Waar: Wat gebeurt er? Met wie? Waar zijn we? Begin met een crisis, een dreiging, een kans, Maak je begin opwindend, fascinerend en meeslepend. Zorg er dus voor dat je je lezer zo nieuwsgierig maakt naar wat er nu precies aan de hand is en hoe het verder gaat, dat hij dolgraag wil doorlezen om daar achter te komen.
Duidelijk
In het begin is je lezer nog maar summier bereid om moeite en tijd in je boek te investeren. Dat betekent dat als je je lezer in verwarring brengt, als hij geen idee heeft wat er gebeurt of om wie en wat het nou eigenlijk gaat, je hem kwijt bent. Maak dus een rollercoaster van je beginscène maar wel een begrijpelijke rollercoaster. Je mag dubbelzinnig zijn en je lezer (een beetje) op een dwaalspoor zetten, maar je moet je lezer niet volkomen de kluts kwijt laten zijn. Zodra je lezer lost is, heb jij hem verloren.
Relevant voor je hoofdpersonage
Je verhaal draait om je hoofdpersonage. Je begin moet dus relevant zijn voor hem of haar. Je hoofdpersonage moet aanwezig zijn; hij of zij hoeft niet per se zelf in je beginscène voor te komen, maar wat daarin gebeurt moet wel een directe link met je hoofdpersonage hebben.
Verandering en conflict
Een goed verhaal draait altijd om conflict. Je hoofdpersonage wordt geconfronteerd met een verandering in zijn leven, intern of extern. Hij worstelt bijvoorbeeld met zijn geweten als hij erachter komt dat zijn geliefde/baas/beste vriend/mentor dingen doet die tegen zijn rechtvaardigheidsgevoel indruisen, zijn geliefde of kind worden ontvoert, hij betrapt zijn vrouw met een andere man, hij betrapt zijn vrouw met een andere vrouw, hij struikelt figuurlijk over een complot, you name it. Hoe hij daarmee omgaat, hoe – en of – hij dat oplost: dat is jouw verhaal.
Een paar voorbeelden
Superhelden.nl
Dit is het begin van Marcel van Driels spannende young adult-trilogie Superhelden.nl. Wat lezen we? Een meisje, Iris, is aan het gamen. Dat is op zich misschien niet zo opmerkelijk, maar ze doet dat midden in de nacht. Waarom? Is ze verslaafd? Is er iets anders aan de hand? Ze is in ieder geval heel slim; dat maken we op uit het feit dat ze meteen weet dat haar moeder is binnengekomen en uit haar antwoord aan haar moeder. In dat antwoord lezen we ook dat ze pas 13 jaar is. De game die ze speelt is kennelijk de spil waar het verhaal om draait, want het is de titel van het boek. Al deze informatie maakt je als lezer nieuwsgierig naar hoe het verder gaat. Verder lezen, dus!
Verloren
De start van Verloren van Blake Crouch, het eerste deel van de Waynward Pines-trilogie, een thrillerserie in de traditie van Twin Peaks, smijt je meteen vol in het verhaal: hier is duidelijk iets heel verkeerds aan de hand. Maar wat? Verder lezen, dus!
Neverwhere
Neverwhere, het boek van Neil Gaiman dat het genre urban fantasy heeft doen ontstaan. Neil Gaiman begint met een proloog, eentje waaruit we kunnen opmaken dat het leven van zijn personage op het punt staat om te veranderen: hij vertrekt naar Londen. En hij heeft er helemaal geen zin in. Waarom niet, willen we weten. Verder lezen, dus!
UPDATE: Elders vertel ik je dat je erg moet uitkijken met het toepassen van een proloog; het kan als een cliché opverkomen en uitgeverijen hebben er (in het algemeen) een hekel aan. Maar schrijven is geen ‘harde wetenschap’ en regels voor schrijven moet je beschouwen als hulp, maar niet als in steen gehouwen. De enige echte regel is: als het werkt, dan werkt het. Hier lees je meer over het opzijschuiven van regels.
Het museum van de onschuld
Het museum van de onschuld, van Orhan Pamuk, begint met een terugblik op het gelukkigste moment in het leven van de ik-figuur, wat hij zich pas achteraf realiseert. Uit die terugblik blijkt ook dat dat geluk geen lang leven beschoren was. Je wordt als lezer meteen gegrepen: wat is er voor vreselijks gebeurd? Waarom kon dat geluk niet blijven bestaan? Verder lezen, dus!
Hex
Thomas Olde Heuvelts spannende urban fantasy Hex begint met iemand die overreden wordt. Maar kennelijk vindt niemand dat erg – waarom niet? Mensen komen wel kijken naar het ongeluk maar blijkbaar vanuit een andere zorg dan voor het slachtoffer. Wat is voor iets raars is daar aan de hand? Verder lezen, dus!
Dr Sleep
Dit is het begin van de opvolger van The Shining, Dr Sleep, van grootmeester Stephen King. Heel veel spannends gebeurt er niet echt – dat kan de grootmeester zich veroorloven – maar we zien hier wel een aanzet tot het conflict: het hoofpersonage heeft een drankprobleem. En er zijn herinneringen aan waarschijnlijk troeblerende gebeurtenissen, waar we vast meer over te weten zullen komen. Verder lezen, dus!
Don’ts
Waar er Do’s zijn, zijn er ook Don’ts.
Geen achtergrondverhaal
Wil je je boek laten beginnen met een uitleg van je verhaal? Niet! Doen! Begrijp me goed: het is heel belangrijk voor je lezer om te weten waarom je personage zich in die penibele situatie bevindt, waarom hij niet anders kan handelen dan hij doet, om hem leren te kennen en te weten wat voor persoonlijkheid hij is, om te begrijpen hoe het allemaal zo gekomen is. Maar die achtergrondinformatie weef je door het verhaal. Je zet het niet in je beginscène. Waarom begin je er niet mee? Omdat achtergrondinformatie nuttig en noodzakelijk is, maar niet je lezer bij de strot grijpt en meesleurt. En dat, moge duidelijk zijn, is vooral voor het begin van je boek noodzakelijk.
Geen flashback
Flashbacks kunnen heel belangrijk en heel nuttig zijn. Maar doe het niet in het begin – ook flashbacks zijn achtergrondinformatie.
Geen sfeerbeschrijvingen
Vermijd beschrijvingen van de omgeving, de sfeer, het weer. Dit soort beschrijvingen zijn nuttig voor het kleuren van de sfeer van je verhaal, maar zo lang je lezer nog niet ‘in het verhaal zit’ vertragen ze de voortgang en loop je het risico dat je lezer afhaakt. Beschrijf in je beginscène dus alleen de dingen die nodig zijn voor je lezer om de scène te kunnen volgen en begrijpen.
Meer lezen
Meer over begin, midden en einde van je boek vind je hier.