De taal die je gebruikt bij het schrijven van je boek, heeft invloed op hoe je verhaal bij je lezer overkomt. Zie bijvoorbeeld al de eerste zin van dit artikel: “hoe je verhaal bij je lezer overkomt” is nét wat prettiger lezen dan “… hoe je verhaal overkomt bij je lezer.” (Althans, dat vind ik; smaken verschillen natuurlijk.)
Het is dus belangrijk dat je aandacht geeft hoe je je verhaal precies vertelt. Dat kan ook verschillen per soort verhaal en per genre: iets licht en luchtigs vraagt een andere toon dan een duistere thriller.
De vier schrijfstijlen
Los van het genre en het soort verhaal dat het type schrijven van je fictieverhaal beïnvloedt, zijn er vier schrijfstijlen te onderscheiden, op een hoger niveau:
Expositie
Expositie is schrijven om je lezer over een onderwerp te informeren. Je legt bijvoorbeeld een recept uit, of hoe de tuin te onderhouden. Die schrijfstijl wordt gebruikt voor handleidingen, studieboeken en dergelijke. Je schrijft het helder, samenhangend en systematisch – heel anders dus dan, pak hem beet, een thriller.
Beschrijvend
Deze stijl wordt onder andere gebruikt voor reviews van producten, restaurants, films, en zo meer. Plus, niet te vergeten: boeken. Hiervoor schrijf je beeldend en invoelend, bijvoorbeeld hoe een bepaald gerecht van een restaurant precies smaakte, zodanig dat je lezer het haast zelf proeft.
Overtuigend
Hiermee probeer je je lezer van iets te overtuigen; bijvoorbeeld je opinie. Met data, feiten en statistieken leg je uit waarom jouw betoog correct is en een tegengesteld standpunt niet. Deze schrijfstijl hoort bij debatten, speeches, marketing en sales pitches, en dergelijke.
Verhaal
En dan natuurlijk onze fictie en non-fictie verhalen, waarmee je lezer zich vermaakt of leert van wat het al dan niet bestaande personage meemaakt. Of allebei. En hoe je dat moet schrijven: daar heb je de artikelen in deze website voor 😉
Oxymoron
Waar taal zich ook goed voor leent is spelen. Zo kun je bijvoorbeeld oxymorons gebruiken: een stijlfiguur waarbij twee woorden gecombineerd worden die elkaar in letterlijke betekenis tegenspreken. Oxymorons worden vooral gebruikt om een geestige draai aan de tekst te geven. Het personage dat een oxymoron gebruikt doet dat bewust; het is dus niet hetzelfde als de contradictio in terminis, waarbij de spreker onbewust zichzelf tegenspreekt.
Voorbeelden: publiek geheim, klein wonder, oud nieuws, serieus grappig, vreselijk mooi, grootste helft, levend lijk, mooi van lelijkheid, omhoog gevallen, oorverdovende stilte.
Bijvoeglijke naamwoorden die te weinig zeggen
Met het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden moet je zorgvuldig omgaan, zoals in het artikel Schrappen 2 al wordt besproken. Wat niet betekent dat je geen bijvoeglijke naamwoorden moet gebruiken. Maar als je iets gebruikt wat weinig zegt of toevoegt – een saai bijvoeglijk naamwoord – dan kun je dat beter vervangen door een ander, meer informatie gevend woord of woorden. Zo zegt “Ik was ziek” nogal weinig, en maakt “Ik had koorts” het duidelijker.
Voorbeelden: 4 weinigzeggende woorden met een aantal opfleurende vervangingen:
Gemeen:
- kwaadaardig
- verdorven
- hardvochtig
- bruut
- wreed
Vies
- vuil
- smerig
- onrein
- morsig
- bezoedeld
Schoon
- zuiver
- rein
- helder
- proper
- netjes
Lief
- schattig
- lieflijk
- teder
- dierbaar
- hartelijk
Tot zover dit artikel over krachten van taal. Ik hoop dat het je helpt bij je schrijven!
Wil je meer lezen over taal en boeiend schrijven? Dat kan hier.
En als je liever luistert, dan kan dat hier.