In het artikel De beginscène leer je over het begin van je boek: hoe zorg je ervoor dat je lezer jouw boek, eenmaal opgepakt, niet weer teruglegt, dus wat heb je nodig om je lezer direct te binden en te boeien.
Net zo belangrijk is de uitsmijter. Vooral bij korte verhalen is het einde de crux van je verhaal. Je eindzin kan je verhaal maken of breken. Ik zal dit illustreren aan de hand van Ikjes.
Ikje
Het Ikje is een dagelijkse rubriek op de achterpagina van de NRC. Ikjes worden door lezers ingestuurd en gaan over iets wat de lezer heeft meegemaakt of is opgevallen. Een lezersanekdote dus.Het Ikje is heel populair: veel mensen beginnen het lezen van hun krant ermee, mensen zonder de papieren krant lezen het op de site, het geeft vaak aanleiding tot discussies, inhoud en vertelkunst worden besproken en bekritiseerd, en er zijn al verschillende herdrukken van gebundelde Ikjes verschenen: De Dikke Ik (30.000 Ikjes) en De Dunne Ik (iets minder).
Die populariteit geldt ook voor het insturen van Ikjes. Hierbij geldt: velen voelen zich geroepen maar slechts enkelen zijn uitverkoren: per dag vallen er zo’n 30 Ikjes in de mailbox van de NRC, en soms meer.
Een Ikje telt maximaal 120 woorden (al wordt daar niet zo streng aan vastgehouden) en dat maakt het Ikje tot een extreem Zeer Kort Verhaal, wat een kunstvorm op zich is.
Bij een extreem ZKV is de eindzin extreem belangrijk.
Vlieg
Hoe een verkeerde eindzin je mooie verhaaltje als een kouwelijke soufflé in elkaar kan laten zakken, zie je in mijn eigen Ikje, op 28 maart 2015 door de NRC gepubliceerd:
Dat laatste zinnetje ‘Langzaam zie ik…’ is niet door mij geschreven, maar is toegevoegd door de NRC-redactie. Ondanks dat dat mag volgens de spelregels van de NRC was ik na de euforie (mijn Ikje is geplaatst!) onaangenaam getroffen.
Lees die eindzin nog eens. Als eerste valt je waarschijnlijk op dat hij lelijk is, want: ‘langzaam zien’? Ten tweede is hij overbodig want dat het einde oefening voor de vlieg is, moge duidelijk zijn. Dat vind ik tenminste, maar daar is niet iedereen het mee eens, zoals bleek toen ik dat in de groep gooide.
Pretbedervende Ikjes-eindzinnen
Behoorlijk vaak heeft een Ikje een eindzin die je als een vieze vaatdoek in je gezicht slaat. Ik heb een kleine bloemlezing opgenomen. Zonder namen van inzenders, omdat het niet leuk is openbaar aangewezen te worden als voorbeeld van hoe het niet moet.
Lessons to be learned: een goed Ikje en andere extreem korte verhaaltjes eindigen met een verrassende twist, waar de hele anekdote om draait. Het is dus heel belangrijk om de tekst, met name de allerlaatste zin, driedubbel te herlezen, van alle kanten te bekijken, en door XXC (extreem kritische) lezers te laten beoordelen.
Alle Ikjes zijn terug te vinden op de website van de NRC.
Als je de laatste zin van dit Ikje weglaat wordt-ie veel sterker. Nu verwatert de verrassing van het zogenaamd ambachtelijk zijn.
De verrassing zit in de voorlaatste zin; de eindzin voegt dus niets toe.
De conclusie die in deze laatste zin staat had de lezer ook al getrokken. Te veel uitleg; schrappen dus.
Nog afgezien van de vraag of een pizzakoerier komt bezorgen op een plek zonder een adres en middenin het weiland: wat draagt deze laatste zin bij, anders dan een sneer?
Hoe het wél moet
In dit Ikje, dat bij de NRC nog in de pijplijn moet zitten, zie je een fraaie uitsmijter met een goeie pointe:
Prachtig en wrang, met een onovertroffen eindzin:
En dit Ikje has it all:
Meer over begin, midden en einde van je boek vind je hier.
Veel schrijfplezier!