Als de kwaliteit van een boek beoordeeld wordt, vallen vaak de termen ‘gelaagdheid’ en ‘diepgang’. Maar wat zijn dat precies? Vraag het aan lezers en schrijvers en dan krijg je antwoorden als: diepere betekenis, dubbele bodems, psychologische ontwikkeling van de personages en dergelijke.
Gelaagdheid wordt gezien als een noodzakelijk kenmerk van literatuur. Maar gelaagdheid is zeker niet beperkt tot literatuur. Je kunt haast zeggen dat het een noodzakelijk kenmerk van elk goed boek is, literatuur of ‘slechts’ lectuur.
Verwevenheid
Een goed boek is boeiend, en om boeiend te zijn moet alles in je verhaal met elkaar verbonden zijn. Moeten je personages, je verhaallijnen, je zinnen en de rest, een wezenlijk onderdeel zijn van het geheel.
Die intrinsieke onderlinge verbondenheid is een van de aspecten van een gelaagd boek. En met gelaagdheid krijg je diepgang.
Zie het als een vlechtwerk. Bijvoorbeeld de rieten zitting van een keukenstoel. Elke rietstengel in die zitting heeft een doel, namelijk samen met alle andere rietstengels de zitting vormen: jouw verhaal. Een losse rietstengel is niet met andere rietstengels verbonden en voegt dus niets aan de zitting toe. Sterker nog: die ligt in de weg. en prikt in je bil.
Een boek zonder gelaagdheid of diepgang is:
Thema
Een van de voorwaarden voor dat vlechtwerk is dat bij alles in je boek je hoofdthema moet meespelen. Dat hoeft niet altijd prominent op de voorgrond; als het maar versluierd op de achtergrond aanwezig is.
Hoe zorg je daarvoor?
Door je bewust te zijn van het hoofdthema van je boek. En door dat leidend te laten zijn voor de verhaallijn, het conflict, je personages, de subthema’s, alles.
Het kan best zijn dat, als je begint met het schrijven van je boek, je nog niet weet wat het thema is. Dat is niet erg. Meestal is het thema er wel en moet je het alleen nog ontdekken. Moet het impliciete thema expliciet worden.
Diepgang
Je personages, en wat ze doen en zeggen, zijn een belangrijk onderdeel van het vlechtwerk. Diepgang krijg je daarbij door je hoofdpersonages geen flat characters te laten zijn maar round characters. Met ‘round character’ wordt bedoeld dat je personage niet alleen maar goed is of alleen maar slecht. Dat hij meer dan één karaktertrek laat zien. En dat hij bijvoorbeeld worstelt met wat hij vindt dat hij hoort te doen, en je lezer zijn angst, hebzucht en dilemma’s voelt. Een imperfecte mens, die tegenstrijdig en feilbaar is. Een personage ook, dat zich in de loop van het boek ontwikkelt – ten goede of ten kwade.
Geen stereotype of cliché, maar een echt mens.
Door je round character emoties te laten doormaken en daar invoelbaar over te schrijven, creëer je emotionele diepgang. Laat je lezer die emoties begrijpen en meevoelen. Laat ze die emoties ondergaan.
Denk je nu aan de vele personages in je boek en zinkt de moed je in de schoenen? Geen paniek, niet al je personages hoeven zulke ‘echte mensen’ te worden. Al die personages om je hoofdpersonages heen, zijn bijfiguren. Bijfiguren zijn personages die ondersteunend zijn maar waar het niet om draait in je verhaal. Voor die bijfiguren kan het voldoende zijn als ze één of twee karaktereigenschappen hebben.
Het kan zomaar gebeuren dat een personage dat je alleen maar als bijfiguur had bedacht, in je verhaal steeds belangrijker wordt en zo evolueert naar een hoofdpersonage. Zorg er dan voor dat hij/zij in zijn nieuwe status zelf ook evolueert naar een gelaagde persoonlijkheid.
Laagjes
Goed vlechtwerk bestaat ook letterlijk uit laagjes.
Stel, je hoofdthema is Goed versus Slecht. Dat is een helder, rechttoe-rechtaan gegeven. De duidelijk zichtbare laag op het oppervlak. Maar de zaken liggen niet zo simpel als het op het eerste gezicht lijkt. Personages aan de kant van Goed hebben ook minder leuke trekjes. En personages aan de kant van Slecht kunnen je verrassen met bijvoorbeeld mededogen.
Dat is een laagje onder de bovenlaag.
Een laag daar weer onder kan zijn dat je een link legt naar een conflictsituatie in de werkelijkheid, iets wat je lezer wel zal kennen. Bijvoorbeeld rassenrellen, vluchtelingen, IS, de onduidelijke situatie in het Midden-Oosten, Noord-Korea.
Hieronder kunnen ook weer lagen ontdekt worden en de onderste laag kan er dan uiteindelijk over gaan dat wat Goed lijkt, Slecht blijkt te zijn. Of Slecht wordt. Of dat Slecht eigenlijk helemaal niet Slecht is. Dat de wereld niet zwart-wit is, maar uit schakeringen van grijs bestaat, minstens vijftig tinten. Dat dat soort levensthema’s genuanceerd liggen en voortdurend schuiven en veranderen.
Hoe meer je inzoomt hoe meer nieuwe dingen je ontdekt. Gelaagdheid is dus geen fractal, waarin je bij het inzoomen in de patronen steeds dezelfde patronen vindt. Fractals zijn wonderbaarlijk en mooi. Maar geen gelaagdheid voor je boek.
Het gaat erom dat je vragen bij je lezer oproept die hem laten nadenken. Die hem zich laten afvragen hoe hij zelf in dat soort kwesties staat en die hem nieuwe inzichten kunnen geven, in de wereld en in zichzelf.
Graven
Maak het jezelf niet te gemakkelijk. Blijf graven. Kijk om de hoekjes. Vaak zit er meer in je verhaal dan je van tevoren had gedacht. Wees dus alert op nieuwe, onverwachte dimensies die je verhaal blijkt te hebben.
Happy digging!
PS: de podcast Gelaagdheid en diepgang kun je hier luisteren.
PPS: Hier lees je meer over kwaliteitsverhogers.