Zo ongeveer een jaar geleden schreef ik een artikel over lekker bijkomen van de feestdagperikelen en daar gaf ik je wat appetijtelijke timewasters voor. Vervolgens wenste ik je een geweldig schrijfjaar 2020 en sloot af met: Hellooo 2020!
Tjonge. Is dat even anders uitgekomen, zeg.
Oké, misschien had je meer dan normaal tijd om te schrijven, maar 2020 als een geweldig schrijfjaar was op z’n zachts gezegd ietwat overschat, gezien het horrorjaar dat het werd. Voor iedereen en op elk gebied.
Maar dat sluiten we af. Ik vertrouw erop dat 2021 de weg omhoog inslaat, zeker met de komst van vaccins. Dus ik ga unverfroren verder met de traditie van een puur-voor-de-leuk-artikel aan het einde van het jaar.
Komt-ie.
Bestsellerschrijvers
Er zijn een paar interessante statistiekjes over schrijvers van bestsellers. Deze cijfers zijn afkomstig uit de bestsellerlijsten van de New York Times, die sinds 1942 worden bijgehouden.
- De leeftijd van een schrijver die zijn/haar* eerste bestseller produceert, wordt steeds hoger: de gemiddelde leeftijd was in de vijftiger jaren 44+ jaar, en sinds 2010 is dat 52. Tegenwoordig moet een auteur dus zo’n zeven jaar langer wachten voor ze haar slag slaat.
- De huidige thrillerschrijvers moeten het langst wachten voor ze beloond worden voor hun nijvere werk: hun gemiddelde leeftijd als ze eindelijk een bestseller hebben, is 54.
- Sinds 2010 hebben de dames een voorsprong qua leeftijd op de heren: hun eerste bestseller schrijven ze als ze 51 zijn. Oké, dat is maar één jaar verschil met de dames en heren tezamen, maar toch.
- Maar als je kijkt naar genres zijn er tussen de dames en de heren andere verschillen in de gemiddelde bestsellerleeftijd:
- Thrillers: heren gemiddeld 48, dames gemiddeld 56.
- Romantisch: heren gemiddeld 47, dames gemiddeld 45.
- Literair: heren gemiddeld 47, dames gemiddeld 46.
Nog een leuk weetje over aantallen bestsellers: in de negentiger jaren telde de New York Times 28 bestsellers; in de jaren 2000 waren dat er 61.
Schrijvers en katten
De meeste mensen houden óf van honden, óf van katten (ik hou van allebei, maar katten hebben mijn voorkeur). Bij schrijvers houden de meesten meer van Poekie dan van Wodan. Zou dat komen omdat schrijvers vaak creatieve introverten zijn (schrijven kan een eenzaam beroep zijn) en katten zo lekker hun eigen gang gaan, perfect voor introverten? Geen idee of dit onder fake news valt of klopt, maar het leek me een passende timewaster om een paragraafje over schrijvers en hun kat op te nemen.
Heel veel bekende schrijvers hebben of hadden een kat die ze verafgoodden. De Canadese schrijver Robertson Davies zei daarover: ‘Schrijvers houden van katten omdat het zulke rustige, beminnelijke en wijze wezens zijn, en katten houden van schrijvers om dezelfde reden.’ (Ga niet naast je schoenen lopen! 😉)
Katten hebben hun schrijver vaak geïnspireerd; denk bijvoorbeeld aan Edgar Allen Poe. Zijn kat inspireerde hem tot het korte verhaal over de kat die ingemetseld werd – nogal luguber, maar ja: Edgar Allen Poe. T.S. Eliott, een Engelse dichter, toneelschrijver, redacteur, essayist en nog meer, was haast bezeten van katten, wat geleid heeft tot onder andere de musical Cats, waarin Jellylorum, een van de kattenpersonages, op zijn eigen kat is gebaseerd.
Een lijstje van beroemde schrijvers die verliefd zijn/waren op hun feline kameraad (dat zijn er heul veul, dus ik heb het tot zes beperkt):
- Aldous Huxley, de schrijver van o.a. Brave New World, die zei dat een kat nemen het beste is wat je kan doen.
- Charles Dickens; toen zijn kat Bob stierf liet hij van diens poot een briefopener maken, met de inscriptie: ‘C.D. In Memory of Bob 1862.’ Een van zijn citaten: ‘Er bestaat geen grotere gift dan de liefde van een kat.’
- Gloria Steinem schreef dat katten het meest logische en aangename gezelschap zijn.
- Haruki Murakami; in zijn boeken komt altijd een kat voor.
- Lord Byron had verschillende katten, waaronder Beppo, die melk uit een schedel likte.
- Ursula K. Le Guin gaf als reden van haar liefde voor katten aan: ‘Omdat ze mooi, grappig en mysterieus zijn, en zelfrespect hebben.’ Op de vraag waarom die speciale band tussen schrijvers en katten bestaat, antwoordde ze: ‘Misschien omdat schrijvers niet willen stoppen met schrijven om de hond uit te laten.’
Zo, dat was mijn afsluitingsartikel 2020. Ik wens jou, mij, ons allemaal, een 2021 dat de antithese is van 2020, met veel inhalen van wat we in dat horrorjaar tekort zijn gekomen.
Hellooo 2021!
PS: dit filmpje heb ik al eens eerder gepost, maar het is zó leuk dat ik het nog een keer plaats. Volkomen schrijf-ongerelateerd.
Meer jaarafsluitingen lezen? Dat kan hier. En als je dit artikel liever luistert, dan kan dat hier.
* Elk gendergerelateerd woord dat ik hier gebruik, kan ook op een andere of neutrale gender slaan.