Schreef ik in het eerste artikel over korte verhalen dat die niet minder zijn dan lange verhalen, schrijf ik hier dat een kort verhaal ook niet makkelijker te schrijven is. Integendeel; je hebt minder ruimte om alle noodzakelijkheden in onder te brengen. En inconsequenties en andere tekortkomingen vallen in een kort verhaal eerder op dan bij een boek; gewoon omdat er minder ruimte is om verdoezeld te zijn.
Een kort verhaal is niet minder belangrijk. Vergelijk het met Tyrion, de telg met dwerggroei, uit het huis Lannister in Game of Thrones, die een van de weinige morele mensen is en veel invloed op de gang van het verhaal heeft. Fantastisch vertolkt door Peter Dinklage.
Een kort verhaal is kort…
…dus alle elementen ervan zijn kort:
- Weidt niet uit over bijzaken; leg weinig uit en laat je lezer zo veel mogelijk zelf gaten invullen en conclusies trekken.
- Geef alleen details als die essentiële informatie geven, of belangrijk zijn voor de sfeer en om het verhaal tot leven te laten komen.
- Schrijf geen lange dialogen.
- Zorg voor een korte tijdspanne.
- Beperk drastisch het aantal gebeurtenissen, het aantal personages, het aantal zijsprongen en het aantal scènes – dat kan er zelfs slechts één zijn.
Pijlers in je korte verhaal
Net als een lang verhaal heeft het korte verhaal een begin, midden en einde. Omdat de lengte beperkt is, moet de inleiding beknopt zijn of niet aanwezig; of zoals Kurt Vonnegut zei: Begin je verhaal zo dicht mogelijk bij het einde.
Dat betekent dat de point of attack snel moet komen. De point of attack is dat wat het verhaal in gang zet, de grondslag ervan. Bijvoorbeeld: je hoofdpersoon, op weg naar haar werk, wordt aangevallen (denkt ze) door een zwerver (denkt ze).
Ergens na de point of attack komt de point of no return. Je hoofdpersoon maakt een keuze waarna ze niet meer terug kan. Het is een beslissend, verhaalbepalend moment. Bijvoorbeeld: ze besluit de ‘zwerver’ te helpen, die een journalist blijkt te zijn die een complot heeft ontdekt.
Tegen het einde van je verhaal moet het licht bij je hoofdpersoon doorbreken: ze ziet de oplossing van het probleem, of ze snapt ineens hoe de boel in elkaar zit, of ze weet wie er nou eigenlijk achter de schermen aan de touwtjes trekt: een moment van openbaring.
Deze drie kantelpunten, de point of attack, de point of no return en de openbaring, zijn de pijlers van je verhaal. Mijn voorbeelden passen in een thriller, maar deze kantelpunten horen in vrijwel elk verhaal met een plot thuis. Al kan dat plot in een kort verhaal in plaats van een intrige, met verwikkelingen en verbanden zoals in een boek, ook gewoon een gebeurtenis zijn.
Natuurlijk kun je veel meer kantelpunten in een verhaal hebben. Maar bij een kort verhaal is je ruimte beperkt. Zorg ervoor dat jouw korte verhaal in ieder geval deze drie heeft.
Inspiratie nodig?
Lees verhalenbundels, bijvoorbeeld van Roald Dahl of Stephen King. Of van Douglas Adams, Arnon Grunberg, A.F.Th. Van der Heijden of Edgar Allen Poe, als deze schrijvers meer jouw smaak zijn. En vergeet Remco Campert niet.
Inspiratie kun je ook opdoen met de Zeer Korte Verhalen van een krant van onze zuiderburen, De Standaard.
Ik wens je veel en vooral lang plezier met je korte verhaal!
Als je liever luistert, dan kan dat hier.
Meer lezen over het schrijven van korte verhalen? Dat kan hier.