Neil Gaiman is een populaire Engelse schrijver die veel schrijfregels en -conventies aan zijn laars lapt. Dat levert originele, frisse verhalen op, die graag gelezen worden.
Met zijn creatieve aanpak kun je je voordeel doen, dus hier volgen een paar tips (niet alleen maar regeloverschrijdend 😉).
Inlevend schrijven
Neil Gaiman maakt volop gebruik van wat hij zelf heeft meegemaakt. Dat geeft inlevend schrijven een flinke boost, dus profiteer van die slimme tactiek. Gebruik niet letterlijk de beleving die je heb meegemaakt (tenzij die goed uitkomt in je verhaal), maar de emoties, de aha-erlebnis, de kantelpunten, of de inzichten en ideeën die doorbraken. Je eigen ervaringen helpen je je personage die emoties en andere gevoelens levensecht te laten beleven.
Voorbeeld: in zijn ontroerende boek De oceaan aan het einde van het pad is het verhaal fictie, maar is de protagonist Gaimans eigen 7-jarige zelf, met alle verwondering en angsten die hij toen had.
Tip: noteer je ervaringen bij gebeurtenissen met impact; wat je voelde, wat je erbij dacht, of hoe het je veranderde. Dingen die je opschrijft hebben namelijk de prettige gewoonte om makkelijk in je hoofd boven te komen, zeker bij het schrijven.
Leg ook opkomende ideeën vast, of ze nou wel of niet bruikbaar zijn in het boek waar je nu mee bezig bent, want je weet nooit wanneer ze van pas kunnen komen. Lees die notities zo nu en dan door, dan hou je ze niet alleen vers, maar kunnen ze zich ook in je onderbewuste ontwikkelen.
Een originele verteller
Je kent ongetwijfeld de verschillende soorten perspectieven: de ik-figuur, de personale verteller, enz. Daar hoort ook de alwetende verteller bij, de verteller die geen personage in je verhaal is, maar van buitenaf ziet wat er gebeurt, wat de personages zeggen en denken, en het vertelt.
Dit perspectief wordt nog maar weinig gebruikt; hij is min of meer verdrongen door de ik-figuur, die het verhaal spannender en vlotter moet maken, alsof je het zelf meemaakt. Maar Neil Gaiman gebruikt júíst de alwetende verteller, omdat die hem meer mogelijkheden geeft. Hij breidt hem of haar uit tot een personage, niet een in je boek, maar erboven: een alweter die zijdelings commentaar geeft op wat hij of zij vertelt, grapjes maakt over de personages in het boek, geheimpjes verklapt, soms inkijkjes in de toekomst geeft, enzovoort. En zo zorgt die alwetende verteller voor betrokkenheid bij het verhaal.
Voorbeeld: in Neil Gaimans Neverwhere, vertaald als Niemandsland, maakt de verteller regelmatig zijdelings geestige opmerkingen over de personages.
Tell, don’t show
Waar vrijwel iedere schrijver zoveel mogelijk vasthoudt aan de heilige regel Show, don’t tell, lapt Neil Gaiman die aan zijn laars. Zijn adagium is dat de schrijver de opperbaas is, en kan doen en laten wat hij wil; de enige voorwaarde is dat het verhaal de lezer boeit. In Neil Gaimans boeken zie je tell, don’t show met name bij de introductie van personages en de setting.
Over Neil Gaimans manier van schrijven is nog veel meer te vertellen, maar dat bewaar ik voor een volgende keer.🙂
Meer lezen over de aanpak van schrijvende grootheden? Dat kan hier.
En hier lees je meer over het aan je laars lappen van de regels.
Liever luisteren? Dat kan hier.
Veel plezier!