Stephen King is een rasverteller. Hij ziet overal verhalen. Je leert van hem dat je alles wat je ziet en meemaakt in je verhaal kunt gebruiken.
Bij het grote publiek is hij vooral bekend als schrijver van horrorverhalen maar hij schrijft, en is, veel meer dan dat. Zelf zegt hij: “I’m always more interested in the people than I am in the monsters.” Ook omdat mensen vaak de grootste monsters zijn, natuurlijk.
In Amerika wordt hij terecht onder de literatoren geschaard.
Zijn productie is onwaarschijnlijke hoog; hij heeft ruim 50 romans en zo’n 200 gebundelde korte verhalen geschreven. De meeste van zijn boeken zijn bestellers.
Als er dus íémand weet hoe je een boeiend boek moet schrijven dat door veel mensen gretig gelezen wordt, dan is hij het wel. En hij vertelt daar graag over: zijn non-fictieboek Over lezen en schrijven bestaat uit twee delen, een beknopte en heel interessante, eerlijke autobiografie (‘over leven’), en een schrijfcursus (‘over schrijven’). Absoluut aan te bevelen.
Wat kun je leren van deze meester als je zijn boeken leest?
Verwachtingen
Momenteel ben ik Harten in Atlantis (Hearts in Atlantis) aan het lezen. Een boek dat ik al een hele tijd heb – ik kan me niet eens herinneren dat ik het gekocht heb,* maar het heeft lang op de nog-te-lezen-stapel gelegen. Het is een fijn, aandachtvasthoudend boek. In het begin gebeurt er niet veel, het verhaal kabbelt zoetjesaan voort. Toch boeide het me ook al in de kalme aanloop. Dat komt, denk ik, omdat Stephen King zo’n geweldige verteller is: ook zonder dat er grote emoties of spannende gebeurtenissen in het spel zijn, blijf je lezen.
Er speelt echter nog iets mee: omdat ik Stephen Kings boeken ken, heb ik hoge verwachtingen van elk nieuw boek en ben ik bereid om tijd in het lezen ervan te investeren. Ongetwijfeld meer dan bij een onbekende auteur, die zich eerst maar eens moet bewijzen. Heel oneerlijk, maar het is niet anders. Dus zolang je nog geen reputatie als must-readauteur hebt, moet je je lezer direct bij de kladden grijpen.
Verwachtingen sturen je. Dat wist ik al. Hoe de verhouding daadwerkelijke betovering versus verwachte betovering in een specifiek geval precies ligt, vind ik heel moeilijk te bepalen.
Genadeloos
Stephen King durft genadeloos te zijn. Gemeen, harteloos, sadistisch. Berg je maar als personage in een Stephen Kingboek, want je bent je leven en vooral je geestelijke gezondheid niet zeker. Ook niet als sympathieke protagonist. Neem bijvoorbeeld De Mist (The Mist), magistraal verfilmd. Er zijn echte monsters en menselijke monsters, en die laatste zijn denk ik nog het engst. Ik ga geen spoilers geven, maar neem van mij aan dat dit boek een perfect voorbeeld is van hoe nietsontziend Stephen King met zijn personages kan omgaan.
En dat moet ook! Zonder conflict, emotie, verandering – meestal tegen wil en dank – is je verhaal saai. Sterker: dan is er eigenlijk geen verhaal. Word als schrijver dus niet verliefd op je personages, want dan ga je een zware tijd tegemoet. Word verliefd op je boek.
Wees meedogenloos en doe wat je moet doen: kill your darlings (al dan niet psychisch).
Daarnaast gaat elk boek van hem ook over kracht, falen en moed. Kracht van mensen en menselijke relaties, moed om demonen onder ogen te zien. En soms falen in doen wat gedaan moet worden. Dat is minstens zo boeiend.
Perspectiefhoppen
Perspectief in de context van schrijven is het antwoord op de vraag wie het verhaal vertelt. Zoals meer goede en bekende schrijvers heeft Stephen King lak aan de regel dat je je vertellersperspectieven nooit mag mixen.
Een voorbeeld: het vertellersperspectief in Harten in Atlantis is vanaf het begin dat van het 11-jarige jongetje Bobby met een vleugje Alwetende Verteller geweest, maar hier gaat het perspectief ineens over naar Bobby’s vriendinnetje Carol. In het geel gearceerde deel zie je duidelijk dat dat háár gedachten zijn en niet die van Bobby óver haar:
De omineuze vooruitblik
Wat het altijd goed doet en wat Stephen King dan ook, goed gedoseerd, regelmatig toepast, is de omineuze vooruitblik: nu is alles nog jofel, maar o wee verderop in het verhaal. Als zo’n vooruitblik goed wordt gebracht, wordt je lezer heel nieuwsgierig hoe die kommer en kwel heeft kunnen ontstaan uit de situatie die nu nog heerlijk pais en vree is. En met zalig verwachtingsvolle rillingen leest je lezer verder.
Hieronder twee voorbeelden uit Harten in Atlantis:
Het kan ook minder direct, zoals hier in De Shining:
Gedachten
Je herkent het vast wel: je bent met iets bezig, je bent aan het praten of je bent doelbewust over iets aan het nadenken, en dan komt er zomaar een tussengedachte op. Een seintje van je onderbewuste, die je ergens aan herinnert, je een idee geeft of je iets vertelt waar je nog niet bewust aan had gedacht. Stephen King maakt daar graag gebruik van, vooral als die gedachten niet alleen onbedoeld maar ook onwelkom zijn. Hij kiest daarbij voor een typografie die zo’n oppoppende gedachte prima weergeeft:
En meer…
Hier kun je nog meer te leren van deze meester.
Heerlijke huiveringen toegewenst!
PS: Meer lezen over ‘afkijken’? Dat kan hier. En hier kun je meer lezen over regels aan je laars lappen.
* (Ik heb het niet gestolen!)