Om je lezer te boeien moeten je personages levensecht zijn (maar wel larger than life). Hoe maak je je personages levensecht? Door hun persoonlijkheid te tonen: hun goede en slechte eigenschappen, hun zwakheden, hun voorkeuren, smaak, angsten, geheimen, beschadigingen, gedrag, zelfrechtvaardiging.
Er zijn verschillende manieren waarop je persoonlijkheidstrekjes van je personage kunt laten zien.
Terloopse beschrijving
Wat je personages zegt of doet, kan – letterlijk – veelzeggend zijn.
Voorbeeld:
Twee vrouwen zitten aan de keukentafel en de een vertelt een spannend verhaal over wat haar is overkomen. Middenin dat verhaal staat de ander op, pakt een vaatdoekje en maakt een plekje van de tafel schoon waar vrouw 1 wat kruimels morst van het koekje bij de thee.
Daarmee vertel je je lezer dat vrouw 2 een poetser is. Misschien dwangmatig. En misschien zelfs maniakaal.
Oké, dat je een vrouw dat laat doen is wat stereotiep: maak van dat netheidstypje een man. 🙂
Nog wat voorbeelden?
- Je personage leest een artikel en verbetert de spelling – hij/zij is een spellingneuker (negatief) of iemand die op de details let (positief).
- Je personage valt een ander ongeduldig in de rede – hij/zij hoort graag zichzelf en heeft weinig consideratie met een ander.
- Je personage put zich uit in complimentjes – hij/zij is een pleaser.
- Iemand vertelt hoe ze iets heeft aangepakt. Je personage reageert direct met hoe ze dat veel beter had kunnen doen – betweter
- Je personage vertelt vol overtuiging iets waarvan je lezer weet dat het niet waar is – glasharde leugenaar.
- Je personage staat op voor ouderen in de tram – sociaal.
- Je personage maakt een compliment dat een verkapte sneer is: “Wat goed van je dat je met jouw figuur toch gewoon aantrekt waar je zin in hebt!” – vals kreng.
- Je personage trapt langzaam een spin dood – sadist.
- Een vriend(in) neemt je personage in vertrouwen en vertelt een geheim. Is het eerste wat hij/zij doet het verlekkerd doorvertellen?
- De echtgenoot van je personage bereidt het etentje met vrienden voor, maar je personage belt om de haverklap met instructies – controlefreak
- Je personage neemt een taart mee naar kantoor en eet hem stiekem alleen op – vraatzuchtig. En egoïstisch.
- Je personage verleidt en dumpt aan de lopende band – mannenverslindster/Foute Man.
- Je personage slaat direct op de vlucht zodra een aantrekkelijke ander naar hem/haar lacht – seksueel gefrustreerd of zwaar in de liefde teleurgesteld – “dat nooit weer!”
- Je personage pocht op een behaald doel maar ‘vergeet’ anderen te noemen die er ook aan gewerkt hebben.
- Je personage zit op een feest onopgemerkt in een hoekje of is er juist het middelpunt van.
Nou we het toch over feesten hebben: zwiert hij/zij van het ene feest naar het andere, vol alcohol, partydrugs en seks, of is een avondje bingo al meer dan voldoende opwinding?
Tegenslag, voorspoed, uitdagingen
Hoe je personage daarop reageert geeft veel informatie. Zoals:
Je personage is onderweg naar een levensbelangrijke afspraak en krijgt een lekke band. Hoe reageert hij? Met gejammer en gelamenteer – “dat overkomt mij nou áltijd!”? Gaat hij direct op zoek naar een oplossing? Of raakt hij in paniek en weet niet wat te doen?
Je personage krijgt voor haar verjaardag een cadeaubon voor parachutespringen of zweefvliegen of bungeejumpen of een tocht in een tweepersoons duikbootje of iets anders waaghalzerigs. Reageert ze enthousiast of met “nooit van mijn leven”?
Je personage wint met zijn werk een belangrijke prijs: toetert hij het van alle daken, blijft hij er tot vervelens toe over vertellen, bluft hij dat dit nog maar het begin is, of bagatelliseert hij het: “Ik had gewoon geluk”?
Hoe reageert je personage op kritiek? Met luisteren, inhoudelijk reageren, smoesjes, zich uitputten in verontschuldigingen, het zwartmaken van de boodschapper?
Verlangens
Droomt je personage van Groots en Meeslepend Leven? Of juist van knus huisje-boompje-beestje? Wil hij/zij ooit nog een keer om de wereld wandelen? Meedoen met de Peking-Parijsrally? Een school bouwen in Congo? Leven in en van een zelfvoorzienende boerderij? Mee op de missie naar Mars?
Of droomt ze stiekem van een ruwe, ruige, rauwe bondage? Fantaseert hij over kokette, Franse dienstmeisjes? Brengen ze die geheime verlangens in praktijk?
Omgeving
Het huis van je personage is strak en modern ingericht met glanzende vloeren, lege ruimtes, verantwoorde kunst, boeken die op kleur zijn gesorteerd en een keuken met een kookeiland en high tech apparatuur. Of het is juist vol met zachte, versleten banken, overal kussentjes, bloemengordijnen en een keuken met een petroleumstel, een snijbonenmolen en keramieken voorraadpotten.
Je personage rijdt in de nieuwste auto van een Duits testosteronmerk, of juist in een goedkoop, zuinig autootje. Of in een elektrische auto. Of in een klassieker. Of rijdt – principieel – juist geen auto.
Bakfiets, sportfiets, racefiets, omafiets, elektrische fiets. Segway, oxboard, rolschaatsen, skates, step.
Al die zaken vertellen boekdelen over je personages.
Uiterlijk
Daar kun je veel kanten mee op. Want een mens heeft weliswaar een bepaald uiterlijk meegekregen maar heeft daar ook een heleboel invloed op – als hij/zij wil. Hoe zit het bijvoorbeeld met:
- zich uitputten in de sportschool voor een hemels lichaam?
- eeuwig op dieet of alles eten wat hem/haar voor de mond komt?
- zware make-up, geraffineerde make-up, geen make-up, make-up voor mannen?
- volle baard, schaduwbaard, gedistingeerd snorretje, clean shaven?
- kleine cosmetische ingrepen (botox), complete verbouwingen of principieel helemaal niet?
- praktisch kapsel of juist ingenieus maar lastig?
- ‘verstandige’ schoenen, ‘onverstandige’ sexy hoge hakken, dure Italiaanse, handgemaakte brogues, sneakers, schoeisel zonder dierenleed, stoere cowboylaarzen?
- Blindelings de laatste mode volgend, of stijlvol, praktisch, spencer, sexy, bloemetjesjurk, jasje-dasje, T-shirt en spijkerbroek?
- Verzorgd en schoon, vlekken, scheuren (niet modisch bedoeld), zweetplekken?
… en nog veel meer
Natuurlijk zijn er nog veel meer karaktertrekjes waarmee je je personages kunt vormgeven; denk aan: slordig/nauwgezet, speels/rigide, extravert/introvert, denker/doener, genotzuchtig/ascetisch, flexibel/star, overheersend/slaafs. Und so fort und so weiter.
Maar denk daarnaast ook aan: hobby’s, werk, smaak in muziek, boeken, films, kunst, eten. Denk aan idealen, geaardheid, religie/atheïsme, politieke overtuigingen, enzovoort.
En denk ook vooral aan dit:
Vertel je lezer niet wat de karaktertrekjes van je personages zijn.
Vertel je lezer wat ze zeggen en doen en denken en voelen. Dat is veel beeldender en spannender.
Happy characterising!
Meer lezen over personages? Zie hier: Personages