Ik heb al eerder een artikel geschreven over de protagonist, het allerbelangrijkste personage van je boek. Maar er is nog veel meer wetenswaardigs over je hoofdrolspeler te vertellen. Wist je bijvoorbeeld dat de protagonist niet per se het hoofdpersonage hoeft te zijn?
Hè wat? De protagonist hoeft niet dezelfde te zijn als het hoofdpersonage?
Dat klopt. Meestal zijn ze een en hetzelfde individu, maar dat hoeft niet.
Je protagonist is degene om wie het verhaal draait, de tegenstander van de antagonist, de aandrijver van de plot, het personage dat het verhaal maakt.
Het hoofdpersonage is degene die het dichtst bij de protagonist én de lezer staat; en is vaak (maar niet per se) de verteller van je verhaal. De plot heeft op hem* ook impact.
Twee voorbeelden.
In de Sherlock Holmes-boeken en de tv-serie Sherlock (nu ook op Netflix) is Sherlock de protagonist; elk boek en elke aflevering draait om hem. Wat hij doet en zegt, stuurt het verhaal. Het hoofdpersonage is dr. Watson. Hij is de sidekick van Sherlock en we zien wat er gebeurt voornamelijk door zijn ogen.
In Spaar de spotvogel van Harper Lee is de 6-jarige tomboy Scout het hoofdpersonage, de ik-figuur die ons het verhaal vertelt. De protagonist is Atticus, haar vader. Zonder hem is er geen verhaal..
Waarom protagonist en hoofdpersonage scheiden?
Omdat het voordelen kan hebben.
Contrast
Een verschil tussen protagonist en hoofdpersonage, in karakter, leeftijd, sekse, kan iets toevoegen aan je verhaal. Zo kan de blik van een kind, zoals in Spaar de spotvogel, de toon en sfeer van het verhaal heel anders maken dan als het verhaal door haar vader zou zijn verteld.
Verrassing
Hoe dicht je hoofdpersonage ook bij je protagonist staat, de zaken kunnen toch heel anders liggen dan dat hij ziet en je lezer vertelt. De protagonist kan hem misleiden, bijvoorbeeld om hem te beschermen. Of zichzelf.
Een uitgestelde introductie
Soms kan het voor je verhaal beter uitkomen om je protagonist wat later in je verhaal te introduceren. Hij kan bijvoorbeeld iemand zijn die stukje bij beetje bij je vertellende hoofdpersonage in beeld komt en de spil van het verhaal blijkt te worden.
Geven om een amorele protagonist
Een amorele slechterik als protagonist stelt je voor nogal een opgave om je lezer zich met hem te laten identificeren. Maar een kwaaie rakker als protagonist kan wél een boeiend boek opleveren. Herinner je je nog de tv-serie Dexter? Een seriemoordenaar, maar een die alleen andere moordenaars vermoordt. Tom Ripley, uit The Talented Mr. Ripley, van Patricia Highsmith, was ook bepaald geen lieverdje. En wat te denken van Walter White, alias Heisenberg, uit Breaking Bad, die van een aardige scheikundeleraar evolueert naar een nietsontziende, meedogenloze drugsbaas. Maar voelden we niet allemaal met hem mee?
Alle drie grote successen.
Hoe krijg je je lezer zo ver dat die zich verbonden gaat voelen met zo’n duister type?
Bijvoorbeeld door je slechterik om iets te laten geven, een zacht plekje in zijn stenen hart – stiekem natuurlijk, anders is hij niet zo angstwekkend meer. Misschien heeft hij een gehandicapt klein broertje, dat hij moet beschermen, of is hij een sucker voor jonge katjes.
Zijn verdorvenheid kan ook geboren zijn uit gebeurtenissen in zijn verleden. Dat verklaart zijn kwade inborst en maakt die invoelbaar. Denk aan Darth Vader, die als Anakin zo overtuigd was dat zijn grote liefde zou sterven dat hij zich de dark side in liet manipuleren om dat te voorkomen.
Je kunt zijn vuige daden ook laten uitmonden in een groots, eervol einde. Hij offert zich bijvoorbeeld op om zijn geheime grote liefde te redden. Aaah… Er is niets sexyer dan een bekeerde zondaar. 😉
Of laat hem door iedereen gehaat worden, zodanig dat je lezer wel medelijden met hem móét krijgen.
Op de valreep kwam ik dit artikel tegen over het Idfa-programma The Villain, waarin slechteriken in de schijnwerpers staan, met vijf lessen wat een goede schurk maakt. Doe er je voordeel mee!
En: weet jij al wat voor booswicht jouw protagonist gaat worden? 🙂
Meer lezen over personages? Dat kan hier.
En hier kun je naar de podcast Nog meer protagonist luisteren.
* Voor het gemak gebruik ik hier ‘hij’, ‘hem’ en ‘zijn’ ook voor ‘zij’ en ‘haar’.