Niets is wat het lijkt – een prima tactiek om je boek spannend en boeiend te maken. De woorden ‘lijken’ en ‘blijken’ verschillen maar één letter en kunnen toch twee totaal andere werelden betreffen.
Rookgordijnen die de waarheid verhullen, lagen waaronder de werkelijkheid verborgen gaat, mindfucks waarmee wereldbeelden op hun kop worden gezet – het is een beproefde manier om je lezer aan je boek gekluisterd te houden.
De butler heeft het gedaan
Een klassiek voorbeeld van je lezer een rad voor de ogen draaien is de whodunit, waarin de meeste onwaarschijnlijke dader het toch gedaan blijkt te hebben. Soms door de meest voor de hand liggende verdachte te zijn, die meteen aan het begin als mogelijke dader afgeschreven wordt vanwege een alibi of nieuwe (valse?) informatie.
Een beetje uitgemolken genre, maar door erop te variëren kun je het nieuw leven inblazen en boeiend(er) maken; een meta-niets-is-wat-het-lijkt: het lijkt een traditionele whodunit maar het blijkt bijvoorbeeld een flitsende urban fantasy met een twist.
Ideeën en voorbeelden
Maar er zijn veel meer manieren om te spelen met de perceptie van de werkelijkheid:
- Een medestander die een tegenstander blijkt.
- En andersom.
- Een buitenstaander die juist in de kern van het probleem blijkt te zitten. (The Sixth Sense)
- Het object van de liefde blijkt essentieel anders te zijn. (The Crying Game)
- Personages zijn niet wie ze lijken. (The Skeleton Key)
- De oorzaak van de monsters is niet wat je verwacht. (The Village)
(In persiflage: “We have met the monsters and they are us.”) - De werkelijkheid blijkt een projectie. (The Matrix)
- In een whodunit blijkt de ik-figuur, die de moord moet oplossen, de dader te zijn – terwijl je er als lezer nota bene zelf bij was, toen de moord gepleegd werd (een Agatha Christieverhaal; ik weet niet meer welke).
- De hele tijd dreigt er een levensgroot probleem waar je personage mee moet dealen. Maar uiteindelijk struikelt hij* over iets heel anders.
Hoe?
Hoe kun je dat doen, je lezer begoochelen?
Gebruik de antagonist
Concentreer je op de tegenstander. De protagonist speelt de hoofdrol in het verhaal, maar bij het creëren van een verrassend plot kun je beter bedenken wat de antagonist zou doen. Hij of zij is de bron van problemen, onverwachte gebeurtenissen, misleidingen en verrassingen.
Speel met verwachtingen en onbewuste aannames
Iedereen, ook je lezer, heeft wel een paar aannames waar hij of zij zich niet bewust van is. Dat kun je als schrijver gebruiken en zelfs sturen.
Kies bewust de informatie die je aan je lezer geeft en bedenk hoe die informatie wordt opgevat. Je lezer bouwt met die informatie een beeld op hoe de werkelijkheid in je verhaal eruit ziet. Kantel dat beeld.
Vraag je voortdurend af wat de verwachtingen van je lezer zijn en speel daarmee: maak een paar verwachtingen waar, buig andere om en laat zo een heel nieuw licht schijnen op wat er nu precies aan de hand is in je verhaal.
Als voorbeeld: probeer je eens voor te stellen dat je leven niet je eigen, autonome leven is, maar een door anderen zorgvuldig gechoreografeerd spel. Dat je, zonder je daarvan bewust te zijn, gemanipuleerd en genudged wordt. Door een krankzinnige geleerde (een klassieke antagonist), door buitenaardse wezens, door een Zeer Geheime dienst, of door andersoortige manipulators.
Wat geeft je dat niet allemaal aan mogelijkheden om met de onbewuste aannames en opgebouwde wereldbeelden van je lezer te spelen?
Plaag je lezer
Dat vindt-ie leuk. Daag hem uit, zet hem op het verkeerde been, breng hem in verwarring, laat hem elke scène iets anders geloven tot hij zich vertwijfeld – maar tot het uiterste geboeid – afvraagt: Hè? Hoe zit het nou?!
Pak alle zekerheden af
Onbewuste aannames van je lezer kunnen ook je personages betreffen. Heb je je hoofdpersonage als blanke onschuld in het hoofd van je lezer vastgezet? Laat dan blijken dat hij niet de Held maar de Slechterik is. Of, genuanceerder (en dus gelaagder), dat zijn lelieblanke zieltje toch wat vlekjes vertoond. Goh, net een echt mens. En de kwaaie pier in je verhaal, de antagonist die het grootste deel van je verhaal je protagonist dwarszat: die blijkt ineens een heel goeie en gerechtvaardigde reden voor zijn (vermeend) kwalijke gedrag te hebben. Goh, net…
Hoe sprakelozer van verrassing je je lezer maakt, hoe meer je hem aan je boek kluistert.
Tot slot: los je beloftes in
Je bent de god van je verhaal, je kunt alle gebeurtenissen naar je hand zetten, precies zoals jij dat wil. Maar: with great power comes great responsibility: kijk uit dat je lezer zich niet bekocht gaat voelen en laat gewekte verwachtingen niet bungelen. Je wil dat hij na alle wendingen uiteindelijk volkomen voldaan is.
Het mag wel, het hoeft niet
Nou hoeft het om je boek spannend te maken natuurlijk niet per se zo te zijn dat niets is wat het lijkt. Er zijn ook boeken waarin het van te voren helemaal duidelijk is hoe het afloopt en die je toch fascineren – denk aan A Judgement in Stone (Het Stenen Oordeel ) van Ruth Rendell, waarin ze je in de allereerste zin vertelt wie het heeft gedaan en waarom. De spanning zit dan in de kronkelige weg van oorzaak en gevolg – hoe heeft dat kunnen gebeuren?
Veel plezier met je meeslepende mystificaties!
* Overal waar ik ‘hij’ en ‘hem’ schrijf, bedoel ik ook ‘zij’ en ‘haar’.