Zo nu en dan lees ik dat tegenwoordig ‘alle verhalen al zijn geschreven’. Originele variaties op verhalen bestaan wel – in overvloed – maar een origineel verhaal is niet meer mogelijk. Shakespeare heeft wat er in zijn tijd nog beschikbaar was opgemaakt, maar dat was het dan. Alle verhalen zijn op.
Hmmm… 🤔
Waren de eerste verhalen met aliens dan niet origineel? O wacht, die zijn natuurlijk een variant op heksen, duivels en andere monsters.
Maar die boeken over bijna-doodervaringen dan? Varianten op het binnentreden van de hemel, het Walhalla of andere paradijzen na de dood.
Of het klopt dat alle verhalen al zijn geschreven: ik weet het niet. Het lijkt me lastig om het ‘ja’ te bewijzen, maar net zo lastig om het ‘nee’ te bewijzen, want wanneer is een verhaal geen variant meer, maar een echt, nieuw, origineel verhaal? Ik denk dat er geen harde scheidslijn is. Maar het maakt niet uit. Originaliteit zit niet alleen in een verhaal dat nog nooit verteld is, maar ook in originele varianten. Of je verhaal nou volkomen nieuw is of een boeiende variant, je lezer zal het gretig lezen als het diens aandacht wekt en vasthoudt. Als hij of zij het als origineel ervaart.
Hoe maak je je verhaal origineel?
Vermijd de dertien in een dozijn
Voorkom dat je lezer denkt: Heb ik dat niet al eerder gelezen? Maw: zorg ervoor dat je verhaal niet als stereotype en uitgekauwd overkomt; de combi in een detective of thriller van een jonge, enthousiaste rechercheur en een oudere, wijze, wat cynische mentor-rechercheur, komt zo vaak voor, dat je lezer denkt: been there, done that, moving on.
Hoe los je dat op? Door dingen anders te doen dan gebruikelijk.
Ja, duh, denk je nou, maar hoe dan?
- Geef je clichépersonage een paar eigenschappen die niemand bij hem/haar zou verwachten, en sowieso ongebruikelijk zijn. Geef hem of haar tegengestelde eigenschappen: hij is een kleingeestig, onbetrouwbaar sujet, absoluut niet likeable, maar hij draagt zijn vrouw op handen en is zacht, zorgzaam en lief voor haar. Of neem Léon, de huurmoordenaar die emotieloos moordt, maar, vreemd genoeg, een emotionele band heeft met een plant en die overal mee naartoe neemt. Heerlijke film.
- Draai de stereotype mannen-/vrouwenrollen om. Laat bijvoorbeeld een vrouw de prins redden.
- Verander de rollen van de protagonist en de antagonist. De antagonist blijkt een held te zijn terwijl de protagonist zich ontpopt als de slechterik.
- Kijk wat er standaard is in je type situatie/personage/verhaalontwikkeling, en verander dat in het tegenovergestelde. Neem bijvoorbeeld zombies. Die waren in films vroeger altijd halfvergane, langzaam strompelende levende doden, maar toen kwamen er zombiefilms waarin zombies razendsnel waren (mooi voorbeeld Train to Busan) of niet alleen maar geïnteresseerd in het verslinden van je hersenen en zelfs liefde konden voelen (Warm Bodies). Of – idee – wat dacht je van mensen die gevaarlijk blijken te zijn voor lieve knuffelzombies?
- Laat de verteller, al dan niet een personage in het verhaal, iets anders zijn dan een levend mens. Laat bijvoorbeeld een dode het verhaal vertellen. Of een dier. Of een alien. Of zelfs de boekenkast.
Tot slot: maak je verhaal zo onconventioneel en verrassend als je maar wil. Alles kan, zolang het maar geloofwaardig is: suspension of disbelief.
Meer lezen over spanning en drama? Dat kan hier. Meer over kwaliteitsverhogers vind je hier.
En als je liever luistert dan leest, kan dat hier.
Veel plezier!