Mensen zijn bij hun geboorte niet ‘af’. Onze eigenschappen en karaktertrekken worden deels bepaald door genen, maar we worden ook gevormd door onze omgeving: cultuur, wat onze ouders, familie en vrienden zeggen en doen, de bubbels waarin je verkeert. En tijdens onze levensweg verandert dat vaak ook nog.
Voor personages geldt hetzelfde. Personages zijn meestal mensen, vaak ook dieren, aliens of nog wat anders, maar altijd wezens waarin we iets van onszelf herkennen.
Rust je (hoofd)personages* dus uit met herkenbare eigenschappen; niet alleen goede, maar ook slechte eigenschappen. Een of meer minder goede karaktertrekken maakt je spelers menselijk en invoelbaar.
Een personage kan nog zo aanbiddelijk zijn, zonder minimaal één minder fraai karaktertrekje of zwakheid is ze niet aantrekkelijk meer (net als bij echte mensen). Erger nog: zonder een tekortkoming is ze te perfect om waar te zijn. Dat maakt haar ongeloofwaardig en dat is de doodsteek voor je verhaal.
Kleine slechte eigenschappen
Kleine karaktermankementjes zijn ideaal voor levensechte personages, met wie je lezer zich kan identificeren. Iemand kan de neiging hebben met open mond te eten en zo van alles rond te sproeien (iew!). Of sluit elke zin af met ‘hè’. Of is tactloos. Laat mensen niet uitpraten. Luistert niet. Wil zijn zin doordrijven. Is arrogant, brutaal, inconsequent, zelfzuchtig of jaloers. Of heeft slechte gewoontes als nagelbijten of te veel drinken.
Kortom, vlekjes zat om je personages mee op te tuigen.
Grote slechte eigenschappen
Kleine slechte eigenschappen kunnen grotere slechte eigenschappen worden als ze je personage gaan overheersen. Neem bijvoorbeeld hebzucht: iemand die het laatste koekje in de trommel voor een ander zijn neus weggrist, is toch minder gevaarlijk dan een multinationaltycoon die zijn begerige oog op een concurrent laat vallen, diens bedrijf opkoopt en de werknemers op straat schopt.
Naast kleine eigenschappen die uit de hand lopen, zijn er ook eigenschappen die alleen als groot en verontrustend bestaan: moorddadigheid; nietsontziende ambitie, racisme, haatzaaien, grootheidswaanzin.
Grote (re) slechte eigenschappen zijn ideale middelen om je personage in de problemen te laten komen. Diens karaktertrek is dan de oorzaak van het conflict, de basis van de plot.
Bijvoorbeeld:
- Een personage dat overtuigd is dat hij het altijd beter weet, weigert halsstarrig om iets te doen – of juist te laten – omdat hij het er niet mee eens is. Ook als de situatie daardoor van kwaad naar erger gaat en noodlottig kan aflopen.
- Een obsessieve fanatiekeling gaat door roeien en ruiten om zijn zin te krijgen en stort zijn gezin in de ellende.
- Een bangerik is geneigd in een hoekje te kruipen in de hoop dat de narigheid vanzelf verdwijnt. Of neemt juist veel te snel verkeerde beslissingen, die averechts werken.
- Een goedgelovig personage is voer voor oplichters.
- Een personage dat zwelgt in drama’s en iets te weten komt dat niet voor zijn oren bedoeld was, misbruikt die informatie voor wat reuring in de tent.
- Een personage dat blind is voor de verdorvenheid van zijn vader/zoon/geliefde/held kan door die vader/zoon enzovoort misbruikt worden voor diens kwalijke zaakjes. Met alle gevolgen van dien.
Niet alleen maar slecht
Net zoals een personage niet alleen maar goed moet zijn, moet hij of zij ook niet alleen maar slecht zijn (behalve 007-slechteriken). Die positieve trekjes hoeven niet direct onthuld te worden; dat kan later in het verhaal, bijvoorbeeld omdat het personage tot inkeer komt vanwege een dramatische, ontroerende, onthullende gebeurtenis. Zoiets kan ook een prachtige ontknoping van je slotscène zijn.
Zelfs Darth Vader bleek uiteindelijk tot moreel besef in staat.
Veel plezier met je imperfecte personages!
Dit artikel kun je hier luisteren.
Meer lezen over personages? Dat kan hier.
*De meeste bijpersonages zijn flat characters.